Sumatra is het op vijf na grootste eiland ter wereld, maar is in tegenstelling tot Java richting het westen, en Maleisië in het noorden, grotendeels onontwikkeld gebleven. Het land bestaat uit actieve vulkanen en schilderachtige meren, waar oude stammen leven zoals ze dat hier al eeuwenlang doen en apen door het dichtbegroeide tropische regenwoud rennen.
De meeste reizigers komen aan in Medan, in het noorden van het eiland. Ten westen hiervan ligt het Nationaal Park Gunung Leuser, waar je door een majestueus en afgelegen regenwoud kunt trekken. In het zuiden ligt Danau Toba, waar je een dagje het grootste meer van Zuidoost-Azië kunt verkennen. Ook relatief dichtbij ligt Bukit Lawang, een bebost park waar je de meeste kans hebt om inheemse orang-oetans te spotten.
Ontdek Pedang aan de westkust van het eiland en reserveer een plekje op de boot naar de mysterieuze Mentawai-eilanden. Hier vind je enkele van de beste surfgolven ter wereld. Wil je liever niet het water op? Ook op het land valt hier meer dan genoeg te beleven. Probeer lokale flora en fauna te spotten of leer over de lokale, inheemse stammen die nog altijd volgens hun eeuwenoude gebruiken leven.
Duikers kijken hun ogen uit wanneer zij de onderwaterwereld bij Pulau Weh verkennen. Voor een uitdagende bergwandeling kun je de vulkanische pieken rond Berastagi trotseren.
Reizen tussen locaties op Sumatra kan moeizaam verlopen, want de afstanden zijn lang en de wegen zijn in slechte staat. De beste manier om tussen steden te reizen is per vliegtuig, een reismethode die hier over het algemeen heel voordelig is. Sumatra is wat betreft toerisme redelijk onontwikkeld, dus bereid je hier voor op een echte avontuurlijke reis. Het eilandklimaat is het hele jaar door heet en tropisch. Je kunt Sumatra het beste bezoeken tussen maart en oktober, omdat de lucht dan minder vochtig is en het uitzicht vanaf de bergtoppen helderder en spectaculairder is.
