Patuxai is een oorlogsmonument in het centrum van Vientiane, Laos, gebouwd tussen 1957 en 1968. De Patuxai was gewijd aan degenen die vochten in de strijd voor onafhankelijkheid van Frankrijk

Wat Si Saket is de enige tempel in Laos die de Siamese bezetting overleefde, die een groot deel van de hoofdstad in 1828 verwoestte. Het heeft meer dan 10.000 Boeddha-sculpturen van verschillende groottes en stijlen.

Pha That Luang is een met goud bedekte grote boeddhistische stoepa in het centrum van de stad Vientiane, Laos, gebouwd in de 3e eeuw,

Vientiane heeft verschillende prachtige tempels of wats, maar een van de meest indrukwekkende en interessantste daarvan is Wat Ho Phra Keo.

Onze gids stopt bij het presidentieel paleis.

Verleden geheime oorlog in Laos

Wat Si Muang is een van Vientiane’s populairste plaatsen van aanbidding, en biedt een fascinerend inzicht in hoe oude animistische overtuigingen naadloos zijn vermengd met het Theravada boeddhisme. Volgens de lokale legende offerde een jonge zwangere vrouw, Si Muang, zich op om de boze geesten te kalmeren. Ze wierp zich in een gat in de grond waar de centrale pilaar van het gebouw moest komen, en werd verpletterd toen de massieve pilaar in positie werd gebracht. Deze centrale pilaar vormde ook het centrum van de stad die ontstond rond Wat Si Muang, dat tot op de dag van vandaag wordt vereerd als de ‘moedertempel’ van Vientiane.

Die Dam, of zwarte stoepa Dat verwijst in het Laotiaans naar een omgekeerde klokvorm (of ongeopende lotusbloem) structuur die meestal relikwieën van de Boeddha bevat. Volgens de legende leefde hier een zevenkoppige waterslang – een ‘Naga’ om de stoepa te beschermen die ooit bedekt was met puur goud. Tijdens de Siamees-Laotiaanse oorlog in de jaren 1820 werd het goud geplunderd en meegenomen naar Siam, nu Thailand, waardoor de erfenis die vandaag de dag de zwarte stoepa is, achterbleef. Bekend als de ‘Black Stupa‘, geloven veel lokale bewoners dat dit mythologische bouwwerk ooit bewoond werd door een zevenkoppige draak (nu slapend) die de stad stond te beschermen tegen de dreiging van de Siamezen. Een ander verhaal dat de ronde doet, zegt dat het goud dat ooit het oppervlak sierde, werd meegenomen toen het Siamese leger Vientiane in 1828 plunderde.